Na ruim een eeuw nog springlevend
Olympia’s Tour is voor veel renners het voorportaal van een profloopbaan gebleken en heeft zich daarmee als opleidingsinstituut ruimschoots bewezen. Zo won Lars Boom de wedstrijd in 2008, zes jaar later heeft hij inmiddels ook ritzeges in de Vuelta en de Tour de France op zijn palmares staan. De winnaar van de edities 2012 en 2013 Dylan van Baarle baarde in 2014 opzien door als eerstejaars prof de eindzege in de Tour of Britain aan voormalig Tourwinnaar Bradley Wiggins te ontfutselen. Gewoon door brutaal aan te vallen. Olympia´s Tour is vanaf 2015 de voorzetting van Nederlands oudste etappewedstrijd en zal de opleidingsrol blijven vervullen in de Nederlandse wielersport. Wel zullen (toekomstige) professionele ploegen toegelaten worden met jonge profs om de coureurs van Nederlandse continentale ploegen uit te dagen in de Olympia´s Tour het beste van zichzelf te laten zien.
De oorsprong van deze etappekoers ligt al aan het begin van de twintigste eeuw. Wielerclub ASC Olympia in Amsterdam stond al in 1909 garant voor de eerste etappewedstrijd door Nederland onder de noemer Olympia’s Tour. De wedstrijd deed zowel Groningen als Maastricht aan, eindigde in Amsterdam en kende enkele monsterritten. Toch ging het organiseren van een nieuw fenomeen als een meerdaagse wielerkoers over de openbare weg niet zonder slag of stoot. Een tweede editie vond in 1910 plaats, de derde in 1927 en de vierde in 1955. Nieuwe regelgeving, twee wereldoorlogen en de economische depressie van de jaren dertig eisten hun tol. Maar vanaf het midden van de jaren vijftig – toen de Nederlanders ook de eerste successen gingen boeken in de Tour de France – werd de wedstrijd vrijwel onafgebroken afgewerkt.
Een blik op de erelijst leert dat de wedstrijd al jaren garant staat voor een streepje voor op het moment dat je als renner een profcontract af wilt dwingen. Van de afgelopen tien winnaars stapten er maar liefst negen over naar de rangen van de profs. Die traditie werd dankzij Roompot Orange Cycling gehandhaafd tot en met de winnaar van 2014, Berden de Vries. Maar ook in een verder verleden was dat zo, getuige de namen van Cees Priem, Fedor den Hertog, Gerrit Solleveld en Servais Knaven op de erelijst. Jetse Bol schreef in 2015 historie door als eerste renner Olympia’s Tour voor de derde keer op zijn naam te schrijven.
Dat het een typisch Nederlandse rittenkoers is, blijkt uit het feit dat er maar tien keer een buitenlander won, in 2010 was de Amerikaan Taylor Phinney de laatste. Deelname van internationale toppers was er altijd, maar de waaieretappes door de Nederlandse polders eisten vaak hun tol voor deze coureurs. Het dringen op de smalle wegen om voorin de groep te zitten als het peloton in stukken breekt, dat is al sinds 1909 een belangrijk ingrediënt om deze wedstrijd te winnen. En zal dat blijven!